HET SOEPELE BREIN IS EEN MYTHE
Hoe (in)flexibel is ons brein?
Dat was één van de vragen die aan de orde kwamen op een symposium dat de Universiteit van Amsterdam om het 100-jarig bestaan van haar afdeling psychologie te vieren. Heel flexibel, is de laatste tijd de boodschap. De hersenen blijven ons leven lang nieuwe verbindingen maken. Hun plasticiteit is groter als je jonger bent, maar door te oefenen kun je ook op latere leeftijd veel meer leren dan vroeger werd gedacht.Bovendien kunnen hersenen zich herstellen. Functies die door een herseninfarct verloren gaan, kunnen (deels) worden hersteld doordat andere gebieden in het brein de taken overnemen. Ook kunnen bepaalde functies door andere gebieden worden gecompenseerd. Zo kan een blinde veel beter horen dan een ziende, omdat een deel van de visuele cortex voor het horen wordt ingezet. Waar of niet waar?‘Allebei’, zegt emeritus-hoogleraar psychoneurofarmacologie Lex Cools van de Radboud Universiteit Nijmegen. ‘Het is waar dat een blinde om die reden beter hoort. Maar dat geldt alleen als je blind bent geboren. Voor iemand die op latere leeftijd blind wordt, werkt dat niet zo. Bedenk bovendien dat een blinde niet gaat zien. Er is dus geen sprake van herstel.’In andere gevallen is – gedeeltelijk – herstel soms wél mogelijk. Stel, iemand heeft door een herseninfarct een verlamd linkerbeen. Het gebied in zijn rechterhersenhelft dat het linkerbeen aanstuurt, is door het infarct uitgeschakeld. Het is mogelijk dat daarom een gebiedje in de linkerhersenhelft probeert het been weer aan de gang te krijgen. ‘Maar’, zegt Cools, ‘dat zal hoogst zelden op zo’n manier gebeuren dat iemand weer net zo goed loopt als voorheen. Je hebt natuurlijk uitzonderingen, zoals er ook mensen blijven die wél altijd verlamd zullen zijn. Dat is heel individueel bepaald. Maar het is niet zo dat voldoende oefening er automatisch toe leidt dat je linkerbeen weer net zo goed functioneert als vóór het infarct.’ Jaap Murre, hoogleraar theoretische neuropsychologie (Universiteit van Amsterdam) en gespecialiseerd in hersenherstel na een infarct, stelt dat bij een middelgrote beschadiging van het brein herstel nog mogelijk is. ‘Maar als er echt een gat in de hersenen is geslagen, kun je er niet meer op rekenen dat er nieuwe verbindingen gaan groeien. In zulke gevallen heb je een revalidatietherapeut nodig die je leert bepaalde taken op een andere manier uit te voeren, bijvoorbeeld links schrijven terwijl je rechtshandig bent.’ Dat bij een middelgrote hersenbeschadiging wél herstel mogelijk is, moet nog bewezen worden, zegt Murre. ‘Voorlopig moeten artsen nog pragmatisch handelen. Eerst proberen te herstellen, en als dat niet lukt, compenseren.’GespecialiseerdOnderzoeker neurocognitie Arjan Blokland (Universiteit Maastricht) wijst erop dat mensen die een herseninfarct krijgen, meestal al wat ouder zijn, en dat bemoeilijkt het herstel extra. Blokland: ‘Het brein raakt in de loop van de tijd zó gespecialiseerd, dat de overname van functies steeds moeilijker wordt.’ Dat impliceert dat op oudere leeftijd de hersenen moeilijker door oefening ‘verbeteren’.Kun je van een herseninfarct met een beetje geluk nog herstellen, het verouderingsproces van het brein kan hoogstens worden vertraagd, maar niet gestopt. ‘Hoe ouder, hoe roestiger je brein’, zegt Blokland. ‘Als je ouder wordt, verlies je meer hersencellen en komen er minder bij. En dan alleen in bepaalde hersengebieden. ‘Het is niet voor niets dat oude mensen in de regel enorme moeite hebben met computers, of met een mobiele telefoon. Heel nieuwe dingen leren doe je het beste in je kindertijd. De meeste nieuwe verbindingen tussen hersencellen worden gemaakt in de eerste vijf tot tien jaar van je leven.’ Bovendien is het zo, zegt Cools, dat je niet afleert wat je in je kindertijd hebt aangeleerd. ‘Maar wat je als volwassene leert, moet je onderhouden door het te blijven oefenen, anders gaat het onherroepelijk verloren. Vanaf je 12de jaar vinden er geen blijvende veranderingen meer plaats in je hersenen. Wetenschappers die beweren dat oefening en training je hersenen kunnen veranderen, vergeten erbij te vertellen dat het dan wel om iets moet gaan waarvoor in je kindertijd al de basis is gelegd.’‘Wat we wel kunnen proberen’, zegt Richard Ridderinkhof, hoogleraar cognitieve ontwikkeling en veroudering (Universiteit van Amsterdam), ‘is op een goede manier leren leven met ouderdomsproblemen.’ Zo vond Ridderinkhof in zijn SeniorLAB uit dat een positieve stemming leidt tot betere leerprestaties. ‘Kijk je naar een leuk filmpje of vertelt iemand een goede grap, dan wordt er extra dopamine aangemaakt in je hersenen. Daar heb je ongeveer een half uur profijt van.’ Vanaf je 40ste gaat de dopamine-aanmaak in de hersenen elke tien jaar met 10 procent achteruit, zegt hij. Structureel is daar niets aan te doen.GeraniumsRidderinkhofs proefpersonen zijn geïnteresseerde ouderen die uit zichzelf al niet achter de geraniums blijven zitten. Dat vertekent de onderzoeksresultaten wel, zegt hij. ‘Bovendien moet je bedenken dat de individuele verschillen bij ouderen heel groot zijn. Ze verschillen onderling meer van elkaar dan van jongeren. Alleen als we grote groepen ouderen onderzoeken, kunnen we statistisch relevante verschillen met groepen jongeren vinden. Waar die grote individuele verschillen vandaan komen, weten we niet.’Tips om de veroudering van het brein te vertragen, kunnen daarom bij de één wel helpen, maar bij de ander helemaal niet. Ook hier geldt dat je nooit iemand ‘de schuld’ kunt geven van het feit dat zijn brein achteruit gaat. ‘Je hoort tegenwoordig vaak dat ouderen moeten gaan internetten of sudoko-puzzels maken,’ zegt Ridderinkhof. ‘Maar als je daar alleen maar gefrustreerd van raakt omdat het je niet lukt, heeft dat helemaal geen zin. ’Dan is er nog iets, zegt Cools. ‘Je wordt tegenwoordig doodgegooid met het idee dat het brein levenslang nieuwe zenuwcellen aanmaakt. Dat klopt, maar het merendeel van die cellen sterft binnen twee weken af. En niet is aangetoond dat ze functioneren.’
Het is óók erg voorbarig om te zeggen dat er door hersentraining nieuwe circuits in het brein worden aangelegd die problemen, ontstaan door de uitval van bepaalde functies, kunnen oplossen, zegt hij. ‘Enkele studies laten zien dat er sprake is van herbedrading van het brein. Maar praten we over nieuwe bedrading, of over de activering van bestaande bedrading die tot dan toe nog niet was ingeschakeld? Dat weten we niet, maar dat verschil is wel belangrijk. Want als die bestaande bedrading er niet is, valt er niets te herstellen.’ Kortom, vat Cools de stand van zaken samen: ‘We weten dat de hersenen plastisch zijn. Maar hoe dat precies in zijn werk gaat en hoe we daar profijt van kunnen hebben, is nog volstrekt onbekend.’
(Wetenschappelijk artikel in de Volkskrant van 03-11-2007)
Hoe (in)flexibel is ons brein?
Dat was één van de vragen die aan de orde kwamen op een symposium dat de Universiteit van Amsterdam om het 100-jarig bestaan van haar afdeling psychologie te vieren. Heel flexibel, is de laatste tijd de boodschap. De hersenen blijven ons leven lang nieuwe verbindingen maken. Hun plasticiteit is groter als je jonger bent, maar door te oefenen kun je ook op latere leeftijd veel meer leren dan vroeger werd gedacht.Bovendien kunnen hersenen zich herstellen. Functies die door een herseninfarct verloren gaan, kunnen (deels) worden hersteld doordat andere gebieden in het brein de taken overnemen. Ook kunnen bepaalde functies door andere gebieden worden gecompenseerd. Zo kan een blinde veel beter horen dan een ziende, omdat een deel van de visuele cortex voor het horen wordt ingezet. Waar of niet waar?‘Allebei’, zegt emeritus-hoogleraar psychoneurofarmacologie Lex Cools van de Radboud Universiteit Nijmegen. ‘Het is waar dat een blinde om die reden beter hoort. Maar dat geldt alleen als je blind bent geboren. Voor iemand die op latere leeftijd blind wordt, werkt dat niet zo. Bedenk bovendien dat een blinde niet gaat zien. Er is dus geen sprake van herstel.’In andere gevallen is – gedeeltelijk – herstel soms wél mogelijk. Stel, iemand heeft door een herseninfarct een verlamd linkerbeen. Het gebied in zijn rechterhersenhelft dat het linkerbeen aanstuurt, is door het infarct uitgeschakeld. Het is mogelijk dat daarom een gebiedje in de linkerhersenhelft probeert het been weer aan de gang te krijgen. ‘Maar’, zegt Cools, ‘dat zal hoogst zelden op zo’n manier gebeuren dat iemand weer net zo goed loopt als voorheen. Je hebt natuurlijk uitzonderingen, zoals er ook mensen blijven die wél altijd verlamd zullen zijn. Dat is heel individueel bepaald. Maar het is niet zo dat voldoende oefening er automatisch toe leidt dat je linkerbeen weer net zo goed functioneert als vóór het infarct.’ Jaap Murre, hoogleraar theoretische neuropsychologie (Universiteit van Amsterdam) en gespecialiseerd in hersenherstel na een infarct, stelt dat bij een middelgrote beschadiging van het brein herstel nog mogelijk is. ‘Maar als er echt een gat in de hersenen is geslagen, kun je er niet meer op rekenen dat er nieuwe verbindingen gaan groeien. In zulke gevallen heb je een revalidatietherapeut nodig die je leert bepaalde taken op een andere manier uit te voeren, bijvoorbeeld links schrijven terwijl je rechtshandig bent.’ Dat bij een middelgrote hersenbeschadiging wél herstel mogelijk is, moet nog bewezen worden, zegt Murre. ‘Voorlopig moeten artsen nog pragmatisch handelen. Eerst proberen te herstellen, en als dat niet lukt, compenseren.’GespecialiseerdOnderzoeker neurocognitie Arjan Blokland (Universiteit Maastricht) wijst erop dat mensen die een herseninfarct krijgen, meestal al wat ouder zijn, en dat bemoeilijkt het herstel extra. Blokland: ‘Het brein raakt in de loop van de tijd zó gespecialiseerd, dat de overname van functies steeds moeilijker wordt.’ Dat impliceert dat op oudere leeftijd de hersenen moeilijker door oefening ‘verbeteren’.Kun je van een herseninfarct met een beetje geluk nog herstellen, het verouderingsproces van het brein kan hoogstens worden vertraagd, maar niet gestopt. ‘Hoe ouder, hoe roestiger je brein’, zegt Blokland. ‘Als je ouder wordt, verlies je meer hersencellen en komen er minder bij. En dan alleen in bepaalde hersengebieden. ‘Het is niet voor niets dat oude mensen in de regel enorme moeite hebben met computers, of met een mobiele telefoon. Heel nieuwe dingen leren doe je het beste in je kindertijd. De meeste nieuwe verbindingen tussen hersencellen worden gemaakt in de eerste vijf tot tien jaar van je leven.’ Bovendien is het zo, zegt Cools, dat je niet afleert wat je in je kindertijd hebt aangeleerd. ‘Maar wat je als volwassene leert, moet je onderhouden door het te blijven oefenen, anders gaat het onherroepelijk verloren. Vanaf je 12de jaar vinden er geen blijvende veranderingen meer plaats in je hersenen. Wetenschappers die beweren dat oefening en training je hersenen kunnen veranderen, vergeten erbij te vertellen dat het dan wel om iets moet gaan waarvoor in je kindertijd al de basis is gelegd.’‘Wat we wel kunnen proberen’, zegt Richard Ridderinkhof, hoogleraar cognitieve ontwikkeling en veroudering (Universiteit van Amsterdam), ‘is op een goede manier leren leven met ouderdomsproblemen.’ Zo vond Ridderinkhof in zijn SeniorLAB uit dat een positieve stemming leidt tot betere leerprestaties. ‘Kijk je naar een leuk filmpje of vertelt iemand een goede grap, dan wordt er extra dopamine aangemaakt in je hersenen. Daar heb je ongeveer een half uur profijt van.’ Vanaf je 40ste gaat de dopamine-aanmaak in de hersenen elke tien jaar met 10 procent achteruit, zegt hij. Structureel is daar niets aan te doen.GeraniumsRidderinkhofs proefpersonen zijn geïnteresseerde ouderen die uit zichzelf al niet achter de geraniums blijven zitten. Dat vertekent de onderzoeksresultaten wel, zegt hij. ‘Bovendien moet je bedenken dat de individuele verschillen bij ouderen heel groot zijn. Ze verschillen onderling meer van elkaar dan van jongeren. Alleen als we grote groepen ouderen onderzoeken, kunnen we statistisch relevante verschillen met groepen jongeren vinden. Waar die grote individuele verschillen vandaan komen, weten we niet.’Tips om de veroudering van het brein te vertragen, kunnen daarom bij de één wel helpen, maar bij de ander helemaal niet. Ook hier geldt dat je nooit iemand ‘de schuld’ kunt geven van het feit dat zijn brein achteruit gaat. ‘Je hoort tegenwoordig vaak dat ouderen moeten gaan internetten of sudoko-puzzels maken,’ zegt Ridderinkhof. ‘Maar als je daar alleen maar gefrustreerd van raakt omdat het je niet lukt, heeft dat helemaal geen zin. ’Dan is er nog iets, zegt Cools. ‘Je wordt tegenwoordig doodgegooid met het idee dat het brein levenslang nieuwe zenuwcellen aanmaakt. Dat klopt, maar het merendeel van die cellen sterft binnen twee weken af. En niet is aangetoond dat ze functioneren.’
Het is óók erg voorbarig om te zeggen dat er door hersentraining nieuwe circuits in het brein worden aangelegd die problemen, ontstaan door de uitval van bepaalde functies, kunnen oplossen, zegt hij. ‘Enkele studies laten zien dat er sprake is van herbedrading van het brein. Maar praten we over nieuwe bedrading, of over de activering van bestaande bedrading die tot dan toe nog niet was ingeschakeld? Dat weten we niet, maar dat verschil is wel belangrijk. Want als die bestaande bedrading er niet is, valt er niets te herstellen.’ Kortom, vat Cools de stand van zaken samen: ‘We weten dat de hersenen plastisch zijn. Maar hoe dat precies in zijn werk gaat en hoe we daar profijt van kunnen hebben, is nog volstrekt onbekend.’
(Wetenschappelijk artikel in de Volkskrant van 03-11-2007)